Moeder huurde woning van kind

28-04-2016

Gerda (78) wil in haar huis blijven wonen, maar het al wel overdragen aan haar zoon, Harm. Hij koopt de woning in verhuurde staat. Een beëdigd taxateur heeft de huur (€ 650 per maand) en de waarde in verhuurde staat (€ 117.000) vastgesteld. De WOZ-waarde (onbewoond) is op dat moment € 221.000. Een jaar later overlijdt Gerda. Harm kan de woning dus vrij en onbewoond verkopen. Een financieel voordeel van ruim € 100.000. Hoe pakt dat fiscaal uit?

De wet bevat een bepaling dat sprake is van een ‘fictief legaat’ als een woning met voorbehoud van een huurrecht wordt overgedragen en de huur minder bedraagt dan 6% van de WOZ-waarde. Het maakt volgens de hoogste rechter niet uit of partijen bij de overdracht en vaststelling van de huur zakelijk hebben gehandeld. De WOZ-waarde en de 6%-fictie gaan voor. In dit geval bedroeg de huur slechts 3,5% van de WOZ-waarde. Harm moet over bijna het gehele voordeel erfbelasting betalen.